De wijsheid over het menszijn
Alice Woutersen
1. Het denken van de mens
De aarde is de leefomgeving van de mens en wij voelen ons er thuis. Zij is de vaste grond onder onze voeten. Al haar materie is onderworpen aan vaste wetmatigheden. Dat geeft ons letterlijk en figuurlijk houvast.
Deze wetmatigheden worden door wetenschappers onderzocht. Zij bedenken dan van alles om ons leven aangenamer te maken (auto, vliegtuig, medische apperatuur, computer enz). Deze wetmatigheden zijn ijzeren wetmatigheden en zelfs de zon, maan en sterren lijken zich eraan te houden.
Dit houvast geeft de mens de mogelijkheid eigen gedachten te ontwikkelen, zelfstandig zijn denken te scherpen en te toetsen. Je kunt je gedachten toetsen, want wat gisteren "houvast" was, is het vandaag ook. De wetmatigheden blijven onveranderlijk. Het "individueel kunnen denken" is een potentiele eigenschap van de mens, die hij stapje voor stapje veroveren kan.
In vroegere tijden leefde de mens als onderdeel van een groep.
Hij/zij was een groepsmens, levend vanuit de normen en waarden van de groep en uiteraard ook uit natuurlijke instinctieve vermogens. Ook het denken was groepsgebonden en werd geleid door een stamhoofd, ingewijde of wijze. Deze stonden via inwijdingen (vanuit de mysteriën) in verbinding met de "niet zichtbare wereld" van geestelijke wezens en voorouders. Vanuit deze inspiratie leidde hij of zij de ontwikkeling van de stam of het volk. -Waar is het "zelf kunnen denken" dan voor nodig?
Deze vraag kun je stellen, maar het is beter te constateren dat in de loop van de mensheidontwikkeling de mens in zijn denken steeds zelfstandiger wordt. Vanuit de geestelijke wereld werd deze ontwikkeling ingezet en begeleid. Langszaam maar zeker gaat de mens bewuster op zijn benen staan en zelfstandiger denken. -Dit "bewuster en zelfstandiger worden" is verbonden met het denken. Het denken geeft je inzicht, ook in je gevoelens en belevingen. Ieder individu kan zijn denken zelf verder scholen en zo tot werkelijk vrij en zelfstandig denken komen. -Waarvoor is dit "vrij kunnen denken" nodig?
Wie deze vraag vanuit de antroposofie wil benaderen, komt tot de conclusie, dat de mens geen veredeld dier is, maar een geestelijk wezen met een opdracht. Die opdracht is van "hoger hand" in ons afgedrukt: "een wezen te worden dat vanuit zichzelf ware liefde kan schenken". Ware liefde schenken kan alleen vanuit vrijheid. Vandaar dat onze mensheidsontwikkeling gericht is op die vrijheid. En vrijheid kan alleen ontstaan onder leiding van het denken. Dit vrije denken kan ons zicht geven op onze gevoelens en wilsuitingen en ze in goede banen leiden.
Ons ik kan via het vrije denken tot eigen innerlijke vrijheid komen en vandaaruit de ware liefde laten ontstaan.
In woorden kun je het proces op een simpele manier beschrijven, maar in werkelijkheid is de ontwikkelingsweg om een "vrij denkend mens" te worden een lange weg. Een ontwikkelingsweg, die iedere individualiteit stap voor stap kan gaan en die via vele incarnaties verloopt. Helaas ook een weg vol verleiding en afdwalingen, want vooroordelen, indoctrinaties en andere invloeden liggen overal op de loer. En zo ploeteren wij voort. De geestelijke wereld helpt ons, maar moet ons tegelijkertijd ruimte geven om in vrijheid onze weg te gaan. Hierdoor hebben wij vaak het idee alleen te zijn.
2. Leren denken.
In vroeger tijden was de mens geen uitgesproken gedachtenmens. Gevoelens lagen veel dichter aan de oppervlakte. Vooral imaginatieve vermogens openbaarden zich via gevoelens. Het hart was als het ware een waarnemingsorgaan. Intuitieve gedachten hadden hun oorsprong in de geestelijke wereld en konden zich in een rein hart openbaren. Helaas was men zich maar matig bewust van ongelouterde krachten, die ook in dit gebied woelen. Het louteren van de hartekrachten (temmen van je innerlijke leeuw) kan tegenwoordig via het denken. Vroeger gebeurde dit onder leiding van ingewijden of door inspiratie. Dit omgaan met je innerlijke leeuw vind je terug in sprookjes en legenden. Voorbeelden zijn o.a. in de leeuwenkuil, Hieronimus met zijn leeuw, het sprookje van het Levenswater (Grimm) e.a.
Werkelijk zelfstandig denken was toen nog niet mogelijk.
Om werkelijk tot innerlijke vrijheid te komen, is het denken vanuit het hoofd onontbeerlijk. Dit "hoofddenken" werkt in eerste instantie niet meer via helderziende ingevingen. Volgens Rudolf Steiner wordt het werkelijke hoofddenken pas mogelijk nadat, onderleiding van de geestelijke wezens van de Eerste Hiërachie, in de fysieke constitutie van de mens veranderingen worden aangebracht (GA 237). Dit gebeurt rond 1415 n.C., dus aan het begin van de ontwikkeling van de bewustzijnsziel (zie verderop).
Sinds de 15de eeuw zijn de veranderingen in het denken duidelijk waarneembaar en aanwijsbaar in geschiedenis van Europa. De mens wordt "hoofdmens" en begint de fysieke wereld te onderzoeken. Hij wordt ook onafhankelijker en wil mee beslissen. Het ontstaan van de protestante kerken hebben hier o.a. mee te maken. Niet het gevoel, maar het denken wordt bepalend.
Resultaat:
-De mens gaat zich interesseren voor de aarde, ontdekt de wetmatigheden van de materiële wereld en gaat op "ontdekkingsreis". Hij krijgt het gevoel dat deze wetmatigheden alles omvattend zijn en dat hij vandaaruit de wereld naar zijn hand kan zetten. -Het hoofddenken komt op de gedachte dat wij los van de geestelijke wereld kunnen denken, maar de mens is zich nog niet bewust dat hij dit kan dank zij Christus. Want de christuskracht, die sinds het begin van de jaartelling in ons mensen leeft, geeft ons ik van binnen uit de kracht om deze weg van "zelfstandig worden" te gaan (zie 22) -
Gaandeweg begint de mens zich te realiseren, dat er naast de natuurwetenschappelijke wetmatigheden ook nog een andere wijsheid is. Deze onttrekt zich in zekere zin aan de ijzeren wetmatigheden. Het is de wijsheid die wij o.a. in de natuur vinden. Langszaam ma; zeker beginnen wij ons te realiseren dat deze wijsheid andere wegen volgt dan de ijzeren wetmatigheden van de materie. Onbevangen waarnemen en onbevooroordeeld onderzoek, kan ons helpen deze wijsheid te leren kennen. De ijzeren wetmatigheden leren ons het denken met ons hoofd. De wijsheid wijst ons de weg om via het "hoofddenken" tot bewust denken met het hart te komen. Wat vroeger onbewust werkte, wordt nu een bewust vermogen.
3. De wijsheid in de natuur
Alles wat leeft is doortrokken van deze wijsheid. Het lijkt of de ijzeren wetmatigheid van de materie enigszins doorbroken wordt door het "leven". Elke plant trotseert de zwaartekracht en groeit vrolijk omhoog. Mensen en dieren bewegen zich zelfstandig voort en binnen bepaalde grenzen kunnen zij met de wetmatigheden van de aarde "spelen". Planten omringen ons met geuren en kleuren, maar vooral met voedsel en zij bevatten ook nog genezende krachten. Zij verzorgen ons lichaam en door hun stralende schoonheid verkwikken zij ook de ziel en de geest. In de mens ontstaat gaandeweg het vermoeden dat in deze wijsheid alles met elkaar in harmonie verbonden is.
In de scheikunde maakt men onderscheid tussen anorganische chemie (verbonden met de ijzeren wetmatigheid) en de organische chemie (waar altijd het "leven" de eerste stap geleverd heeft, bijv. rechtstreeks uit planten of via aardolie e.d.).
Wat is dit voor wijsheid, die de ijzeren wetmatigheid van de materie doorbreekt? Deze wijsheid is omvattend en omhullend. Wij leven erin en zijn er deel van. De afdruk van deze wijsheid zien wij overal om ons heen. Hoe ontstaan deze afdrukken? Wie of wat laten het ontstaan?
4. De wijsheid
De wijsheid, waarvan wij iets zien in alles wat leeft, was in alle oude mysteriën bekend. Men nam haar waar in de natuur en vereerde haar om haar levenbrengende leiding. Helderziend was men met deze wijsheid verbonden. Men gaf haar vele namen. In onze tijd is zij bekend onder de naam Sofia.
In Istanbul werd eeuwen geleden voor haar, de Heilige Sofia, een beroemde kerk gebouwd: de Aya Sofia. Verder wordt zij regelmatig afgebeeld op russische ikonen. Zij heeft ook andere namen. De godinnen, die in de oude mysteriën vereerd werden, laten vaak een fragment van haar zien. Je kunt dan denken aan Freya, Artemis, Bride, Isis, Demeter, Persefone enz.
Deze godinnen, die werken met de "Sofia"-wijsheid, werden vereerd als vruchtbaarheidsgodinnen. Zij zijn verbonden met leven, dood en opstanding. In grote en kleine cycli dragen zij er zorg voor dat het leven opgang blijft, zowel innerlijk als uiterlijk. De godinnenverering verdween gedeeltelijk, maar hun werk in lichaam, ziel en geest gaat gewoon door. -Welke wijsheid omsluit Sofia?
Engelenkoor, Zagreb
Het is de geestelijke wijsheid, waarmee de geestelijke wezens uit de de Tweede en Derde Hiërachie werken (zie art. Fusien). Dat is dus de wijsheid van de geesten van de wijsheid (Kyriotetes) tot en met de engelen.
In het begin van onze jaartelling gaf Dionysios de Areopagiet, een vriend van Paulus, de volgende indeling van de engelenkoren:
- De Eerste Hiërarchie: Serafijnen (Geesten van de Liefde); Cherubijnen (Geesten van de Harmonie); Thronen (Geesten van de Wil).
- De Tweede Hiërarchie: Kyriotetes (Geesten van de Wijsheid); Dynameis (Geesten van de Beweging); Exousiai (Geesten van de Vorm).
- De Derde Hiërarchie: Archai (Geesten van de Persoonlijkheid); Aartsengelen en Engelen.
De Heilige Sofia (de hele Sofia of omvattende Sofia), omvat de wijsheid die weeft in de tweede en derde hiërachie. Het is de zelf-ontwikkelde wijsheid van deze 6 hiërachische rangen (2x3) van geestelijke wezens, die 'boven' de mensen staan. Zij dragen het leven op aarde en inspireren en leiden de mensheid in hun ontwikkeling.
De wijsheid van de tweede hiërachie is verbonden met leven en licht. Wij ervaren dat in schoonheid en harmonie. De derde hiërachie werkt vooral in onze ziel en helpt ons met het zoeken naar waarheid. Zij vormen samen de zes leden van Sofia.
5. Sofia wordt vrouwelijk beleefd. Waarom?
Als individueel mens zijn wij geneigd godinnen als individuele persoonlijkheden te zien, maar dan denken wij in mensengedachten. Geestelijke wezens weven door elkaar heen en zeker in het scheppen en onderhouden van leven wordt samengewerkt.
In werkelijkheid kent de geestelijke wereld geen scheiding in mannelijk en vrouwelijk. Vanuit ons mensenperspectief kun je zeggen dat een vrouwelijk geestelijk wezen een omhullend wezen is, bestaande uit vele geestelijke wezens, die samen of door elkaar heen werken. Een mannelijk geestelijk wezen geeft een gerichte activiteit aan en dat kan uitgaan van één afzonderlijk wezen, bijv. Michael, Gabriel enz. Sofia is dus een omhullend geestelijk wezen, dat in wezens van de Kyriotetes (geesten van wijsheid) tot en met de Angeloi (engelen) draagt.
6. Sofia en de mensheid
De wijsheid (Sofia) werkt aan en in de wereld.
In onze aardewereld komt geestelijk gezien iets nieuws tot ontwikkeling: de mens. De mens is door allerlei ontwikkelingsfasen heen ontstaan (zie art. Fusien) en heeft hier op aarde van de Exousiai "substantie" gekregen. Dit geschenk van de Exousiai is de basis voor ons ik (en ik-ontwikkeling).
Terwijl ons ik ontwaakt, begint de mens ook een eigen geestelijk omgeving te bouwen. Deze bestaat uit eigen-wijsheid, dus een soort "mensenwijsheid".
Dit is iets nieuws in de kosmos en verbonden met het menszijn op aarde. Alleen de mens kan ontdekken wat het is om mens te zijn en vandaaruit wijsheid te ontwikkelen. "Onze wijsheid" kan alleen een verbinding maken met de Sofia-wijsheid, als vanuit de geestelijke wereld ons een mogelijkheid gegeven wordt aansluiting te vinden. Daar de geestelijke wereld in de mens geinteresseerd is, zoekt het ook naar een verbindingsmogelijkheid. Dit gebeurt heel voorzichtig, want de vrijheid die de mens aan het ontwikkelen is mag niet geschaad worden. Het proces op zich gaat ons huidige verstand nog te boven. De afspiegeling hiervan in de mensheidsontwikkeling is wel terug te vinden (zie 8). Ik zal proberen het gebeuren kort onder woorden te brengen en verwijs voor meer informatie naar voordrachten van Rudolf Steiner of het boek van ProkofiefP, want zij zijn de bron voor mijn verhaal.
Wij moeten ons realiseren dat een directe confrontatie tussen Sofia en de mens niet mogelijk is. De huidige mens verdraagt het niet om rechtstreeks van aangezicht tot aangezicht met een hoog geestelijk wezen te staan. Het zou ons verpletteren en onze vrijheid ontnemen. Het binnentreden van Sofia in de mensheidgeschiedenis moet dus heel voorzichtig gebeuren. Sofia doet dat door lichte beroeringen van de mensheid en stapje voor stapje. Zij laat een bemiddelend wezen ontstaan tussen de mensen en de grote Sofia. Dit bemiddelende wezen is een heel bijzonder bovenzinnelijk wezen: zij is verwant aan de mens en vormt aan de andere kant het jongste (zevende) lid van Sofia. Je zou haar ook een 'onzichtbaar mens' kunnen noemen. Zij ontwikkelt zich samen met de mensheid. Om over haar te kunnen spreken noemen wij haar voorlopig "Mensensofia"of "Sofietje".
7. "Mensensofia" of "Sofietje"
a. De mens ontwikkelt zich in perioden van 7 jaren.
- De ontwikkeling van het eigen fysieke lichaam van 0-7 jaar;
- De ontwikkeling vanhet eigen etherlichaam van 7-14 jaar;
- De ontwikkeling van het eigen astraallichaam van 14-21 jaar.
Rond het 21ste jaar wordt het ik zich bewust van zichzelf. Het ik gaat actief aan het werk en begint zijn eigen zielengebieden te ontwikkelen. Dit moment wordt wel de ik-inslag in het mensenleven genoemd.
- De ontwikkeling van een eigen gewaarwordingsziel 21-28 jaar;
- De ontwikkeling van een eigen verstands/gemoedsziel 28-35 jaar;
- De ontwikkeling van een eigen bewustzijnsziel vanaf 35 jaar.
In onze tijd kunnen wij aan onze gewaarwordings-, verstand/gemoeds- en bewustzijnsziel werken.
In de bewustzijnsziel wordt het ik zich bewust van de draagwijdte van zijn denken, voelen en handelen, (wanneer ik een banaan koop heeft dat gevolgen voor…).
In de toekomst mag het ik niet in de ziele-ontwikkeling blijven steken. De volgende ontwikkelingsstap is iets nieuws: de geest in jezelf op bewuste wijze laten ontstaan. Dit is een nieuwe stap voor het ik, waar het ik zich vanaf heden op kan/moet voorbereiden. Omdat deze stap naar de geest nieuw is, heeft het "mensen ik" wel wat hulp nodig. Sofietje kan ons hiermee helpen, zonder onze vrijheid aan te tasten (zie 10 e.v.).
b. "Mensensofia" of "Sofietje"
"Sofietje" doorloopt dezelfde ontwikkelingsperioden als de mens, maar voor haar duurt een periode 700 jaar. Het voordeel voor "Sofietje" is dat zij zich doorlopend verder ontwikkelt (zie schema) en wij, mensen, steeds sterven en weer geboren moeten worden. Over deze "Mensensofia" ga ik nu vertellen. Waarom?
Omdat wij elkaar wederzijds nodig hebben. "Sofietje" kan ons helpen met onze geestelijke ontwikkeling, zodat wij niet blijven steken in de materie, emotioneel gedrag of alleen maar het ontwikkelen van de ziel. Zij heeft ons ook nodig, zodat zij de verbinding kan zijn/worden tussen de mens en Sofia. Haar rol als bemiddelaar kan zij alleen volbrengen als de mens met haar wil samenwerken.
"Sofietje" laat ons vrij en wij zullen zelf moeten besluiten contact met haar te zoeken. Zij kan ons helpen op bewuste wijze de geestelijke wereld terug te vinden. Zie 10 e.v.
8. Het verhaal van de "Mensensofia" en de mensheid.
De grote Sofia beroerde de mensheid ongeveer 2100 jaar v.C. Hoe beroerde zij ons? Door in de mens fysiek de mogelijkheid te laten ontstaan zelf te gaan denken. "Sofietje" wordt in het fysieke lichaam van de mens geboren en werkt in eerste instantie aan de verfijning van het fysieke denkorgaan. Dit zou je de 'fysieke geboorte' van "Sofietje" kunnen noemen.
Met andere woorden als de "Mensensofia" rond 2100 v.C. in het 'fysieke' geboren werd, zal zij rond 1400 v.C. in het 'etherische' geboren zijn en rond 700 v.C. in het 'astrale'. Dan wordt haar Ik geboren rond het jaar 0 (w.s. 33 n.C). Dit is dus haar ik-inslag. De ontwikkeling van de waarnemingsziel komt op gang van 0- 700 n.C, verstands/gemoedziel 700 - 1400 n.C en bewustzijnsziel 1400-2100 n.C.
Zijn er historische aanwijzingen voor deze ontwikkeling van "Sofietje"? Wordt haar aanwezigheid zichtbaar in de mensheidgeschiedenis?
Ja, zowel in de oude Hebreeuwse als in de oude Griekse cultuur vind je aanwijzingen. Beide culturen vormden een bedding voor het grote gebeuren van het Mysterie van Golgotha. De voorbeelden komen uit voordrachten van Rudolf Steiner en staan ook in het boek van Prokofieff* (blz 53-63).
a. Oud Hebreeuwse cultuur
In het Hebreeuwse volk, dat het lichaam voor Christus voorbereidde, begint de werking zichtbaar te worden als Abraham van de Here de opdracht krijgt weg te trekken uit zijn vaderstad Ur in Chaldea en bij Melchisedek (priester van God, de Allerhoogste) in Salem komt en ingewijd wordt in de mysteriën van brood en wijn (Gen. 14.18-20). In Gen. 17 gaat God met Abraham een verbond aan en in Gen. 18 verschijnt de Here in de vorm van "drie mannen". Abraham neemt dit bezoek fysiek waar. Hij heeft een fysiek orgaan gekregen om zelf het geestelijke in de fysieke wereld waar te nemen en daar een persoonlijke verbinding mee te maken. Er wordt persoonlijk met hem gesproken. Zijn bejaarde vrouw Sara zal een zoon krijgen, waaruit een heel volk zal ontstaan. Dit volk zal meewerken aan het verfijnen van dit orgaan. Het zelf-denken komt opgang. Het bezoek van de "drie mannen" aan Abraham en Sara vind je terug op afbeeldingen. De "mannen" worden vaak afgebeeld als engelen (zie afb.)
De tweede periode, waar de vermogens van "Sofietje" in het etherlichaam gaan werken vind je bij Mozes. Hij neemt het goddelijke principe niet meer waar met zijn fysieke zintuigen, maar met zijn etherlichaam: in het brandende braambos (Ex 3.1-2) of in donder en bliksem in de Sinai (Ex 19.16-20). Ook Mozes moet wegtrekken van de plek waar hij opgegroeid was (Egypte). Dit waarnemen is met voelen verbonden. Mozes trekt met het Hebreeuwse volk weg uit Egypte en ziet er op toe dat zij zich niet mengen met andere volkeren of godsdiensten. Dit niet mengen met andere volkeren is verbonden met de opdracht van het Hebreeuwse volk. Zij bereidde het lichaam van Jezus voor, waarin het geestelijke wezen, dat wij Christus noemen in geincarneert is (zie Kerstboekje).
In de derde periode, neemt Elia het goddelijke principe waar in zijn eigen astraallichaam (1 Kon. 19, 11-12). Niet in een aardbeving, noch in het vuur openbaart God zich, maar in het "stille zachte suizen". Dit duidt op waarnemen in het astrale lichaam en is verbonden met ons willen. Elia hoeft niet weg te trekken, zoals zijn voorgangers, maar wel 450 Baaipriesters verslaan en ervoor te zorgen dat zijn volk trouw blijft aan zijn God.
b. Griekse cultuur
De Oude Griekse cultuur, die een andere opdracht had dan de Oude Hebreeuwse cultuur ervaart de drie perioden ook, maar op een andere manier. Bij hen zijn de 3 perioden duidelijk verbonden met het denken. Je vindt het terug in de oude Griekse verhalen.
Eerste periode is het ontdekken en aftasten van de hersenen. Het verhaal over het Labyrinth van Kreta, waar Theseus in afdaalt en met de hulp van de draad van Ariadne weer weet uit te komen is daar een voorbeeld van.
Tweede periode begint met Zeus, die de gedaante van een stier aanneemt om jonkvrouw Europa te stelen. Met deze daad is het ontstaan van de Griekse mysteriën verbonden. Het beleven van de mysterie-inhouden in beelden, die ook verteld werden is iets nieuws.
Derde periode is de periode van de grote Griekse filosofen, die de grondslag van het huidige denken hebben gelegd. Alexander de Grote, leerling van Aristoteles, zorgde ervoor dat deze cultuur verspreid werd over een groot deel van de toen bekende wereld.
In de Griekse cultuur kun je duidelijk zien dat dit ontwikkelingsproces van "Sofietje" ver bonden is met het denken van de mens.
9. Ontwikkeling van "Sofietje".
- Periode l (ca 2100-1400v.C) "Sofietje" wordt geboren in het fysieke lichaam;
- Periode 2 (ca 1400-700 v.C) wordt geboren in het etherische lichaam;
- Periode 3 (ca 700-0 v.C) wordt geboren in het astrale lichaam.
In een tijdbestek van 2100 jaar is zij net zover als een mens van 21 jaar. In de mens wordt dan het Ik-bewustzijn geboren en gaat de mens werken aan de ontwikkeling van zijn ziele-gebieden. Rond het jaar nul is "Sofietje" op dat punt aan gekomen. Ook zij ontvangt haar Ik-bewustzijn. Zij krijgt het van Christus.
"Sofietje" gaat daarna net als de mens aan de slag om haar zielegebieden te ontwikkelen:
- Periode 4 (ca 0-700): ontwikkeling van haar gewaarwordingsziel.
- Periode 5 (ca 700-1400) ontwikkeling van haar verstandsgemoedsziel.
- Periode 6 (ca 1400-2100) ontwikkeling van haar bewustzijnsziel.
Vanaf de 6de periode begint naast de bewustzijnsziele-ontwikkeling ook de bewuste geestelijke onwikkeling opgang te komen.
- Periode 7 (ca 2100-2800) ontwikkeling van de geestzelf.
- Periode 8 enz. enz.
Uit Prokofieff, blz. 75
10. "Mensensofia" kan helpen:
Het zal de lezer opvallen dat haar ontwikkeling de laatste 700 jaar samen loopt met die van de mensheid, maar ook dat zij ons voorbij gaat en al aan haar geestzelf kan gaan werken, terwijl wij nog ploeteren met de bewustzijnsziele-ontwikkeling. Doordat zij ons als het ware in haalt, kan zij ons de weg wijzen naar een juiste geestelijke ontwikkeling.
-Hoe kan zij ons helpen?
Door omstandigheden te creëren waarin wij contact met haar kunnen leggen.
-Hoe bewerkstelligt zij dat?
Met behulp van levende mensen.
Rudolf Steiner was zo'n mens. Als moderne ingewijde was hij in staat voor haar omstandigheden te creëren waardoor wij in alle vrijheid contact met "Sofietje" kunnen leggen. Hij bouwde voor haar een "woning" via het vrije denken en het bewustzijn voor de geestelijke wereld. In zijn vele boeken en voordrachten schiep hij een denk- en beelden-wereld waardoor wij "Sofietje" kunnen begrijpen en ontmoeten.
Rudolf Steiner en zij hebben hierin samengewerkt en een ontmoetingsplaats laten ontstaan waar de mens of een mensengroep en "Sofietje" elkaar kunnen ontmoeten. Zo'n ontmoetingsplek moet wel onderhouden worden!
11. Wat is de echte naam van "Sofietje"?
Tot nu toe noemde ik haar "Sofietje" of "Mensensofia". Die naam heb ik gebruikt om deze "onzichtbare mens" voorlopig aan te duiden. Rudolf Steiner noemt haar nooit "Sofietje" en beschrijft haar steeds met grote eerbied. Hoe heette zij door de jaren heen?
Deze "onzichtbare mens" heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld.
- Eerst werd zij Theo-sofia genoemd, d.w.z. de wijsheid (sofia) over God of het goddelijke (theo-). Dat is in de tijd dat de goddelijke wereld de mens nog direct leidde. Het denken werd als gave van de geestelijke wereld ervaren en was ook vervuld met geest.
- In de Griekse tijd ontstond het 'zelf gaan denken' en de filosofie. Toen heette zij Filo-sofia, dat betekent 'ik houd van de wijsheid'. De filosofen probeerden met hun denken en filosoferen de wijsheid te begrijpen en onder woorden te brengen. Hun engel inspireerde hen nog regelmatig.
- In onze tijd is zij verbonden met de "wijsheid over het menszijn en zijn ontwikkeling". De geestelijke wereld respecteert onze vrijheid. Er ontstaat werkelijke zelf "veroverde" wijsheid over het menszijn en zijn ontwikkeling. Er ontstaat "mensenwijsheid". De wijsheid van de anthropos (mens). "Sofietje" haar naam wordt dan Anthropos-sofia.
Voor ons mensen betekent dat: "bewustzijn over het menszijn". De spreuk "Ken Uzelve" van het orakel van Delfi, is in onze tijd een spreuk geworden voor ieder mens persoonlijk.
12. Hoe helpt Anthroposofia ons in deze tijd?
Anthroposofia wil ons heel graag helpen, maar kan alleen met ons communiceren als wij haar begrijpen. Wij hebben een gezamelijke begrippen-taal nodig.
Rudolf Steiner heeft die in samenwerking met Anthroposofia ontwikkeld en vrij toegankelijk gemaakt voor alle mensen van goede wille. Deze begrippen-taal kun je je eigen maken door je te verdiepen in de geesteswetenschappen (antroposofie). Het is aan ons of wij de uitdaging aangaan en ons verdiepen in de antroposofie.
De eerste stap is het bestuderen van de antroposofie. Hierdoor trainen wij ons denken en kunnen gedachten over de geestelijke wereld opnemen en doordenken. Op zo'n moment staat Anthroposofia al naast ons en helpt ons stapje voor stapje verder. Er is tijd en doorzettingsvermogen nodig om het vrije denken werkelijk te ontwikkelen. Anthroposofia weet dat, want zij is door de zelfde ontwikkelingsfasen heen gegaan als de mens.
Na enige tijd zal in het innerlijk van de oefenende mens de behoefte ontstaan naar het ontwikkelen van bewuste helderziende vermogens. Dit kan alleen ontstaan als wij hiervoor door training de juiste organen in onszelf activeren c.q. aanleggen. In het boek van Rudolf Steiner: "Hoe krijg je bewustzijn op hoger niveau." wordt zo'n weg beschreven. Het is een weg van oefenen en doorzetten.
13. Wat leert Anthroposofia ons?
Anthroposofia helpt ons om ons eigen denken werkelijk vanuit ons Ik te besturen. Dat is iets nieuws in de mensheidsontwikkeling. Vroeger bestuurde de geestelijke wereld het denken. Nu kunnen wij zelf van bewust en objectief denken tot vrij denken komen. Dat is geen koud denken, het leidt tot denken met het hart. Dit is niet onbewuste of half-bewuste zoals vroeger, maar een bewust denken met het hart.
Het Ik bestuurt via het denken de woelende harte-krachten en temt de leeuw in ons hart, waardoor het als een lam wordt (zie 2).
14. Anthroposofia en Sofia.
Uit het bovenstaande blijkt dat Anthroposofia verbonden is met het ontstaan en het ontwikkelen van het menselijke denken. Op die manier kan de verbinding tussen mensen en Sofia gelegd worden. De ontwikkelingsweg om het geestelijke in onszelf geboren te laten worden, verloopt via bewustzijn en vrijheid en daarbij is het denken noodzakelijk.
Pas in onze tijd gaat Anthroposofia ons daadwerkelijk helpen met onze ontwikkeling. Een ontwikkeling, die dus een nieuwe wending gaat nemen: op bewuste wijze de geest in de mens geboren laten worden. Zij helpt ons met dit geboorte-proces! De mens wordt tot een bewust geestelijk wezen.
Door een bewust geestelijk wezen te worden, kan de grote Sofia ons gaan opnemen. Samen met Anthroposofia worden wij dan tot het 7de lid van Sofia. Wij voegen aan Sofia de wijsheid over het menszijn toe!
Nieuwe vragen rijzen op:
15. Wat doet Michael in dit proces?
Hij wacht en wacht. Hij kijkt hoopvol naar de mensheid en hoopt dat de mensen met hun hart gaan denken.
Hij heeft de grote schat, die hij behoedde, naar de mensen laten stromen. Deze "schat" is de "kosmische intelligentie" (zie 16). Michael wacht nu af of de mens de "kosmische intelligentie" opneemt en op een geestelijke manier verwerkt en dan terugschenkt aan de kosmos. De mens zal daar geestelijk actief voor moeten worden. En als de mens dan geestelijk actief begint te worden, vindt hij Anthroposofia aan zijn zijde.
16. Wat is de "kosmische intelligentie", die Michael schonk?
In-tel-ligentie betekent er tussen kunnen lezen, verbindingen leggen, verbanden kunnen zien.
Het is een vermogen. Je ziet het bijv. duidelijk bij sociale intelligentie. Intelligentie is een soort vaardigheid. Wanneer twee intelligente mensen met elkaar praten, dan weven hun gedachten samen een "schat". Iets kostbaars dat tussen hen ontstaat. Een vrucht van hun intelligentie.
"Kosmische intelligentie" heeft te maken met vruchtbaar en harmonieus samen-werken. Zo samenwerken, dat er iets "nieuws" ontstaat. Dit "nieuws" kan voor een bewuste verbinding met de geestelijke wereld zorgen (zie 17).
Op de Oude Zon (zie art. Fusien) schonken de Geesten van de Wijsheid (Kyriotetes) hun "wijsheidssubstantie" aan de aarde-ontwikkeling en waren de aartsengelen in hun mensheidsstadium. Deze "wijsheidssubstantie" werd de kiem van het huidige levenslichaam (etherlichaam) en de vruchten van de "gesprekken" tussen de Geesten van de Wijsheid en hun "kinderen", de Aartsengelen, werden bewaard en behoed als "kosmische inteligentie". Het is verbonden met de manier waarop de geestelijke wezens in de kosmos met elkaar omgaan.
(In onze planetaire aarde-fase zijn het de Exousiai, die hun "substantie" schonken en zijn wij in de mensenfase. Deze substantie is onze ik substantie. "Ons gesprek" zal in de verre toekomst ware liefde opleveren.)
Aartsengel Michael, de aartsengel van de zon, heeft de "kosmische intelligentie" door de tijden heen behoed en bewaard, opdat het eens de gedachtensubstantie zou kunnen worden voor de mens. Deze "kosmische intelligentie" kan de mens pas werkelijk op nemen en verwerken, als hij toe is aan het ontwikkelen van zijn bewustzijnsziel. Dat wil zeggen vanuit zichzelf kan denken (zie no 1)
De "gedachten-substantie" kan ons denken scholen, zodat wij bewust leren denken met ons hart. Wij hebben de vrijheid gekregen om het geschenk te gebruiken ofte misbruiken. Wat wij kiezen is overgens niet vrijblijvend en heeft consequenties.
Helpen wij Michael, dan schenken wij deze "kosmische intelligentie" geestelijk omgewerkt terug aan de kosmos en zal er een vrije verbinding ontstaan.
Laten wij ons door Ahriman verleiden, dan gebruiken wij de "kosmische intelligentie" voor ons eigen gewin en in dienst van Ahriman. Van geestelijk doorwèrken is dan geen sprake. Een vrije verbinding met de geestelijke wereld zal niet ontstaan. Michael kijkt verwachtingsvol naar de mensen. Wat gaan ze doen?
17. Waarom schonk Michael de "kosmische intelligentie" aan de mens?
Michael zag Christus weggaan van de Zon, om zich met de aarde te verenigen. De Zon is de sfeer waar Michael thuishoort en waar hij Christus diende.
Na het mysterie van Golgotha werkt Christus als centrale impuls van de hele aarde-ontwikkeling. Hij werkt in de geestelijke atmosfeer van de aarde. Hij heeft zijn "werkplek" verplaatst van de Zon naar de Aarde.
Christus is als nieuwe impuls in de aardeontwikkeling zo machtig en omvattend dat de huidige mensheid het niet kan bevatten. Ondanks al het werk van Anthroposofia, mist de mens de individuele gedachtenkracht om een volbewuste verbinding met deze impuls aan te gaan. Het ontbreekt de mens vooral aan talent om zelfstandig vanuit zichzelf gedachten te vormen. "Dit zelfstandig vanuitje zelf kunnen denken" heeft de mens nodig om de vrije en volbewuste verbinding met de Christus-impuls aan te gaan. Gebeurt dit niet, dan zal de Christus-impuls tot een onbewuste of half-bewuste inspiratie in de ziel verworden.
Om de mens te helpen het talent om "zelfstandig vanuit zichzelf gedachten te vormen" te ontwikkelen, besloot Michael het waardevolste wat hij had, de"kosmische intelligentie", aan de mensheid te schenken. Dit is denksubstantie voor de mens. Hiermee kan de mens het bovenstaande talent in zichzelf tot ontwikkeling brengen.
Vanaf het begin van de jaartelling liet Michael deze"kosmische intelligentie" als een gouden-regen naar de aarde stromen. Het inspireerde o.a. de kerkvaders en christelijke denkers uit de eerste eeuwen van onze jaartelling.
Pas rond de 8ste eeuw ontstaan de eerste werkelijke denkers, die echt vanuit zichzelf gedachten gaan denken i.p.v. geinspireerd te zijn van bovenaf.
Dit stadium kondigt Jezus in het Johannes evangelie al aan (Joh 15.15): " Ik noem jullie niet meer knechten (slaven), want een knecht (slaaf) weet niet wat zijn heer doet. Jullie heb ik mijn vrienden genoemd, omdat ik alles wat ik van mijn Vader heb gehoord, jullie heb doen kennen."
Dit wil zeggen dat, zolang een geestelijke impuls, zelfs de hoogste, op onbewuste, instinctieve manier in de mens werkt, wij knechten blijven, terwijl de bedoeling is dat de mens een vriend wordt van deze geestelijke impuls en in vrijheid er over kan denken. Op die manier kan de mens vanuit volle innerlijke vrijheid een verbinding met Christus vinden (als vriend en niet als knecht).
De "mensheid als geheel" kon tot de 15de eeuw nog niet zoveel met deze "denksubstantie", omdat het Ik van de mens in die tijd nog niet kon hoofddenken. (Voorlopers zijn er natuurlijk altijd geweest. Zij geven richting aan.)
18. Schaal
In de middeleeuwen komt "Sofietje" de mensen te hulp, door een soort schaal te vormen waarin de "kosmische intelligentie" wordt opgevangen en waaruit de mens via zijn engel kan "drinken". In die tijd (9de -13de eeuw) komt in de Europese cultuur het beeld van de Graal als schaal, kelk of steen sterk naar voren en gaan ridders op zoek om deze Graal te naderen. In de Arthurverhalen brengen engelen deze schaal. In het verhaal van Parcival is dat anders.
Parcival is één van de eersten die het lukte om op eigen krachten de Graal te benaderen en graalskoning te worden. Parcival's zoektocht gebeurde al vanuit een bewustzijnsziele-ontwik-keling. Volgens Rudolf Steiner leefde Parcival in de 9de eeuw en was zijn tijd ver vooruit. Grote denkers, zoals Thomas van Aquino (13de eeuw) gebruikte hun engel nog als bemiddelaar. Thomas van Aquino werd ook wel «doctor angelicus» genoemd, waaruit blijkt dat de engel nog deelnam aan het ontwikkelen van menselijke intelligentie op aarde (Prok. blz 80). (Het beeld van de Graal is natuurlijk nog omvattender, dan de boven genoemde schaal.)
19. Bewustzijnszieleontwikkeling
Alles verandert als de ontwikkelingsperiode van de bewustzijnsziel aanvangt. Dit is de 5de na-atlantische cultuurperiode van 1413 tot 3573 n.C.
In het eerste derde deel van de vijftiende eeuw veranderen de Serafijnen, Cherubijnen en Tronen op een bijzondere manier iets in het fysieke lichaam van de mens (hetgeen doorwerkt tot in de erfelijkheid).
Het werk van deze Eerste Hierachie had o.a. tot doel het geestelijke tot in het fysieke te brengen. Dit keer was het een grote ingreep. Vanuit de kosmos werd dit ervaren als een kosmisch onweer. Zo'n ingreep komt maar zelden voor en heeft een draagwijdte van duizenden jaren. Wat bewerktstelligden zij?
Tot nu toe was het hart het orgaan geweest om de kosmische intelligentie (onbewust of halfbewust) op te vangen. Door de ingreep van de Eerste Hierachie wordt het hoofd tot orgaan om met de "kosmische intelligentie" bezig te zijn. Het hoofd is nu dus de plek geworden van waaruit het Ik met de "kosmische intelligentie" kan werken. Hierdoor kan deze intelligentie tot persoonlijke intelligentie worden (eigen intelligentie) en dat kan leiden tot bewustwording en vrijheid.
De "kosmische intelligentie" is intussen werkelijk op aarde beland. Je zou kunnen zeggen dat de "kosmische intelligentie" nu overal om de mens heen is, de mens hoeft het alleen maar te gebruiken.
Hoe ziet de situatie er voor de mens in de 15de tot 18de eeuw eruit?
Lees een geschiedenisboek en je zult ervaren dat de verhouding tussen mens en aarde-wereld anders wordt (zie 2).
Er is dus een hele nieuwe situatie ontstaan. Hoe nu verder?
Een beetje hulp zouden de mensen wel kunnen gebruiken. Is er hulp?
- Michael kan ons nog niet helpen, hij moet wachten tot hij in 1879 tijdgeest wordt. (Michael is verbonden met de zon en is tijdgeest van 1879 tot 2233)
- Gabriel is tijdgeest (1510-1879) en zorgt ervoor dat het werk van de Eerste Hierachie zich verder ontwikkelt tot in het erfmateriaal. Gabriel is verbonden met de maan en gericht op het fysieke.
- Verder is de hemel gesloten, het donkere tijdperk (het Kali Yoega) heerst nog (3101 v.C -1899 n.C).
- Ahriman, als tegenstandersmacht, heeft vrij spel en slaat zijn slag. Hij hoeft geen rekening te houden met de vrijheid van de mens en daagt de mens uit de "kosmische intelligentie" alleen vanuit de "ratio" te benaderen en daarbij het geestelijke te ontkennen.
- De grote moderne ingewijde Christiaan Rozenkruis ontwikkelt de christelijke-rozenkruis inwijdingsweg, die in (geheime) broederschappen behoed en beoefend wordt.
En de mens? Die raakt gefascineerd door alle nieuwe mogelijkheden, die ontwikkeld worden. Verder wordt het exotherische christendom ook met het hoofd op gepakt en uitgelegd, hetgeen eindeloze versplinteringen veroorzaakt. De geest verdwijnt steeds meer uit het gezicht. Ahriman en Lucifer doen hun werk goed.
20. Wat doet Michael?
Op de aarde kan Michael in de periode 1413-1879 niets doen. Hij kan niet van bovenaf ingrijpen op aarde, want hij moet de menselijke vrijheid respecteren. In de geestelijke wereld kan hij wel zijn periode voorbereiden. Als aartsengel van de zon, richt Michael in de zonnes-feer een school op. Alle wijsheid, die in de oude zonnemysteriën gegeven zijn, brengt hij nog eens tot leven. Een groot overzicht. Wie hebben deel aan dit onderwijs? Mensenzielen (die in de zonnesfeer waren tussen dood en nieuwe geboorte), vele geestelijke wezens, zoals engelen en elementengeesten en nog vele anderen. Aan het begin van de 19de eeuw wordt deze school afgesloten door een grote cultus in de geestelijke wereld (zie GA 237 en 240), die als een imaginatie inspirerend kan werken op de aarde. Door de school en de "cultus" werden de mensenzielen voorbereid op hun nieuwe incarnatie en dragen een verlangen in zich de "kosmische intelligentie", die nu op aarde is op geestelijke manier op te pakken en terug te schenken aan Michael.
Sinds het begin van de 20ste eeuw heeft Anthroposofia in samenwerking met Rudolf Steiner een weg geopend om daadwerkelijk op geestelijke wijze aan de slag te gaan met de gedachtensubstantie, de "kosmische intelligentie", die nu op aarde is. Wat gaat de mens doen??
Gaat de mens zijn gedachten en talenten ontwikkelen? Gaat hij op weg om ooit volbewust te begrijpen wat het betekent dat Christus als centrale impuls van de hele aarde-ontwikkeling werkt?
21. Zijn wij in staat de uitdaging van Michael aan te gaan?
Ja, dat zijn wij! Wij zijn in staat om uit vrijheid de "kosmische intelligentie" om te werken en terug te schenken aan de kosmos. Innerlijk dragen wij de kracht van Christus in ons. Vanuit die kracht is ons ik zo zelfstandig en ondernemend, dat hij in vrijheid kan werken aan zijn geestelijke ontwikkeling. Tijdens dit ontwikkelen zullen wij steeds meer begrijpen van Christus als centrale impuls in de aarde-ontwikkeling. Wij ontdekken dan dat wijzelf een geestelijke kern hebben, dat wij tot vrijheid kunnen komen en dat wij ware liefde kunnen schenken aan onze omgeving.
22. Het wekken van het individuele Ik in de mens.
In de tijd vóór de komst van Christus op aarde was het bovenstaande voor de gewone mens niet mogelijk. Alles veranderde toen Christus de aardewereld betrad en mens werd met de mensen. Dit proces met de daarop volgende opstanding uit de fysieke dood wordt het Mysterie van Golgotha genoemd (zie Paasboekje). Het volledig begrijpen en beleven van dit mysterie gaat ons mensenverstand nog te boven. Onze denkvermogens zijn nog niet in staat dit volbewust te pakken. Rudolf Steiner lichtte de sluier iets voor ons op. In zijn voordrachten geeft hij ons een beeld van deze historische gebeurtenis en de betekenis hiervan voor de aarde en de mensheid.
Toen op Golgotha het fysieke bloed van Jezus Christus uit zijn wonden in de aarde stroomde, verbond Christus zich daadwerkelijk met de aardewereld.
Der Geistkämpfer, Ernst Barlach
Het bloed is de drager van het Ik van de mens of anders gezegd de Ik-kracht van de mens is verbonden met het bloed. Het bloed van Jezus Christus draagt dus de Ik-kracht van Jezus Christus. Deze Ik-kracht stroomt met het bloed uit de wonden en komt in de aarde terecht. Het Ik van Jezus Christus is de Christus zelf, die zich tijdens de doop in de Jordaan met Jezus verbond (zie Vijfde Evangelie GA 148). Met het bloed stroomt dus ook het Ik van Christus in de fysieke aarde. Hierdoor ontstaat tot in het fysieke een verbinding tussen de aarde en Christus. Dit is nog maar het begin van het mysterie, waarvan wij de draagwijdte nog nauwelijks vermoeden.
Het is het begin van een nieuwe ontwikkeling voor de aarde en de mens.
Door het mysterie van Golgotha ontstaat voor de mens de mogelijkheid een individuele vrije ontwikkelingsweg te gaan en zelfstandig een verbinding met de geestelijke wereld te zoeken. Door het menswordingsproces van het geestelijke wezen dat wij Christus noemen, heeft Hij de mogelijkheid verworven het individuele Ik in ieder mens te wekken.
Dit individuele Ik, dat Hij in ons laat ontwaken, geeft ons de mogelijkheid innerlijke vrijheid te ontwikkelen en de ware liefde te laten ontstaan. Deze kiem ligt tegenwoordig in elk mens en is niet afhankelijk van een levensovertuiging of afkomst.
Deze kiem kun je de kiem van de christus-kracht noemen die in ieder mens ligt cq sluimert. De kiem moet gewekt worden, waardoor het individuele Ik zich kan ontplooien en via scholing zich omvormen tot het bewuste hogere IK. Dit proces verloopt via het ontwikkelen van ware vrijheid en ware liefde. Het is een lange weg.
Stapje voor stapje gaan wij deze weg. Op die weg zijn wij niet alleen. De geestelijke wereld is om ons heen en wacht. Zij kunnen nu omwille van de vrijheid van het individuele Ik alleen maar wachten op initiatief van de mens zelf.
Voor de tegenstandersmachten is het anders, die kunnen zonder respect voor vrijheid ingrijpen en proberen het Ik aan zich te binden. Dit leidt uiteindelijk tot onvrijheid, geestelijke leegte en ik-loze mensen.
Het is een enorme uitdaging voor het individuele Ik.
Aan de ene kant moet het Ik van de mens actief en vanuit vrije wil de hulp en begeleiding van de geestelijke wereld zoeken. Aan de andere kant hebben wij de werking van de tegenstandersmachten nodig om te leren kiezen. Zij proberen ons te verleiden, respecteren onze vrijheid niet en proberen ons in hun macht te krijgen. Hierdoor worden wij uitgedaagd om genoeg bewustzijn en inzicht te ontwikkelen en hun listen te doorzien. De tegenstandersmachten zijn heel slim.
Laat ons daarom samenwerken met Anthroposofia, Michael, Christus en vele andere geestelijke wezens om nog "slimmer" te zijn dan de tegenstandersmachten. Wij laten ons onze vrijheid niet afnemen! Laten wij werken aan de Ware Liefde, die uit vrijheid ontstaat.
Vanaf mysterie van Golgotha, uit Prokofieff blz. 174
23. Een klein overzicht:
Rudolf Steiner zegt in een voordracht (GA 161):
« In de griekse tijd werden de gedachten geboren. Maar in de nieuwe tijd komt de gedachte werkelijk tot bewustzijn in de bewustzijnsziel.»
Pas vanuit deze innerlijke belevenis kan de mens de weg betreden, die tot het verkrijgen van hogere geestelijke vrijheid voert en kan hij beginnen om vanuit zichzelf iets nieuws te scheppen.
De mens gaat zelf scheppen en draagt ook zelf de verantwoording voor zijn daden. Hij is niet alleen. Vele geestelijke wezens begeleiden hem. Christus zal de hele ontwikkeling bij de mens zijn om hem steeds weer verder te helpen en te zorgen dat hij niet blijft steken. Er zullen ook steeds nieuwe openbaringen komen, want de Christus als geest van de Aarde is zelf ook in ontwikkeling. Er liggen nog grootse panorama's op ons te wachten. Voor onze tijd is het goed dat wij ons realiseren, dat:
- Christus -het individuele ik in de mens wekt.
- Sofia (via Sofietje) -ons leert om onze gedachten vanuit ons ik te besturen.
- Michael -de "kosmische intelligentie" geschonken heeft, opdat wij het talent van het denken met ons hart kunnen ontwikkelen.
Op deze weg van het zelfstandig leren denken, zal Antroposofie, als "onzichtbare mens" en lerares, ons voorgaan. Zij gaat ons in ontwikkeling voorbij (zie no 6) en begint nu al aan haar Geestzelf te werken. Hierdoor kan zij ons helpen op de juiste manier onze "geestzelf ontwikkeling" voor te bereiden. Dit gaat door ontwikkeling van innerlijke vermogens, die verbonden zijn met imaginatie, inspiratie en intuitie. Laten wij ieder op onze eigen-wijze aan de slag gaan.
Alice Woutersen 2005
Literatuur:
S.O. Prokofieff:
- Die Himmlische Sophia und das Wesen Anthroposofie*
- Der Jahreskreislauf als Einweihungsweg zum erleben der Christuswesenheit
Rudolf Steiner:
- Karma band III (GA 237)*
- Karma band VI (GA 240)*
- Das Fünfte Evangelium (GA 148)*
- Wege der geistigen Erkenntnis (GA 161)
*zijn in het nederlands vertaald.
© Het Zonnejaar 1980 - 2024