menu

Het zonnelied van Sint Franciscus

Overige auteurs 

O, grote, almachtige , goede God,
wij loven en prijzen en danken U voor al Uw zegeningen.
Geen mens is waard zich met Uw naam te noemen.
Van U zijn alle dingen.

Wij danken U voor broeder Zon,
die ons verlicht en warmte geeft
Zijn schone, stralende flonkerende pracht
getuigt, o Heer, van Uw goddelijke macht

Heb dank, o Heer, voor zuster Maan
en voor de vele, vele sterren,
die Gij geplaatst hebt in de nacht,
ontelbaar, en helder flonkerend van verre.

Geloofd zijt Gij voor broeder Wind,
voor lucht en wolken, storm en stilte,
door al Uw schepselen, o Heer,
zij leiden naar Uw wil hun leven.

Heb dank voor zuster Water, Heer,
want zij is zacht en koel en zuiver.
Heb dank voor broeder Vuur, o Heer,
want hij is sterk en warm en machtig!

Wij danken U, o God, mijn Heer,
voor onze zuster, moeder Aarde,
voor al Uw bloemen, al Uw bomen,
voor dag en nacht, voor onze dromen.

Ik dank U voor allen die vergeven
uit naam van Uw heilige, grote liefde.
Want gezegend zijn zij die de vrede bewaren,
de rechtvaardige vrede van U, o Heer.

En Heer, heb dank voor broeder Dood,
aan wie geen sterveling kan ontkomen.
Doch wie leefde naar Uw wil zal steeds in vrede bij U wonen.
Ik dank U voor mijn leven, God, en al Uw zegeningen!

Warmte en licht stralen ons tegemoet uit dit lied. Het zijn de eigenschappen van het hart. In dankbaarheid en eerbied voor alles wat leeft, trad Franciscus de schepselen en ook de elementen tegemoet: broeder Vuur!

In alle eenvoud heft hij alles op een hoger plan, daar waar de hogere mens in ons de bloeiende natuur ontmoeten kan, op gelijke hoogte.

De tweede naam van Franciscus was Johannes.

Het vuur brande voort!!

© Het Zonnejaar 1980 - 2024