Wortel- en bloemenkindjes
De Zonnejaargroep
Benodigdheden: wattenbolletjes, pijpenragers, zijdevloei of crêpepapier.
Steek de dubbelgevouwen pijpenrager in het wattenbolletje.
Een strook zijdevloei of crêpepapier van 22 cm, lang en 6 cm, breed met een draadje inrimpelen tot rokje. Dan om het halsje knopen.
Over het rokje komt een manteltje van kelkbladeren. Knip deze strook wat langer, zodat je het wat meer kunt inrimpelen. Knip er punten in al naar gelang de bloemsoort.
Op het bolletje plak je wat schapenwol en daarop komt een mutsje van kelkblaadjes, iets kleiner dan het manteltje (strook van 15 bij 4 cm,) Daarop komt een kapje van groen papier. Zo kun je een narcis, een crocus, een sterhyacintje of een sneeuwklokje maken.
GEBREID WORTELKINDJE (dunne wol, naalden 2 1/2)
12 steken opzetten,
22 pennen recht breien (11 ribbels).
Bij de laatste pen aan weerszijde 4 steken erbij opzetten.
Over de 8 middelste steken tricotsteek breien, de overige recht breien.
Na 10 pennen 2 steken in het midden afkanten.
In de volgende pen deze steken erbij opzetten: nu is er een opening om straks het hoofdje in vast te maken.
Weer 10 pennen breien en in de laatste pen aan weerszijde 4 steken afkanten.
Weer doorbreien in ribbels (11) en dan (na 22 pennen) afkanten.
Maak een hoofdje als bij het gehaakte wortelkindje en handjes net zo.
Dichtnaaien en aankleden met bloemblaadjes.
Bloemenkindjes zijn ook heel goed te maken van houten popjes.
GEHAAKT WORTELKINDJE (katoen, haaknaald nr 3)
Een rondje van 15 lossen haken, dan verder gaan met vasten en in de volgende 5 toeren 10 steken erbij maken.
Met deze 25 steken nog 5 à 8 toeren haken en klaar is het rokje.
Mutsje: een rondje lossen van 3 steken, dan met vasten verder haken en in de volgende 3 toeren ± 15 steken erbij maken. Aan deze 8 steken nog 4 à 5 toeren haken. Het hoofdje maak je van een pluk wol met tricot eromheen.
Om het wortelkindje nog mooier te maken kun je er bloemblaadjes van vilt opnaaien of schulprandjes aanhaken.
© Het Zonnejaar 1980 - 2024